Wanneer de adem problemen geeft
1. Bij hyperventilatie
Wanneer de ademhaling te snel en/of te diep is, waardoor er met de adem meer koolzuur aan de uitademingslucht wordt afgegeven dan nodig is.
De hoeveelheid koolzuur in het bloed daalt, wat duizeligheid, tintelingen, ademnood en hartkloppingen kan veroorzaken. Hyperventilatie kan plotseling optreden (acute vorm) of langdurig zijn (chronische vorm). De behandeling hiervan verschilt.
Oorzaak
Spanningen. Een verkeerde ademgewoonte. Te snel en zonder pauze spreken.
Gevolg
Gevoelens van angst. Het vermijden van plaatsen en/of situaties, zoals het openbaar vervoer.
Logopedie
De logopedist geeft ontspannings- en ademoefeningen. Het leren omgaan met angstgevoelens en het voorkómen van hyperventilatie is een belangrijk onderdeel van de therapie.
2. Bij longproblemen
(bij langdurige aandoeningen van de luchtwegen, zoals astma, bronchitis en longemfyseem)
Wanneer de luchtwegen sterk reageren op prikkels zoals huisstof, tabaksrook en temperatuursveranderingen. Het ademen lijkt niet vanzelf te gaan, men krijgt het benauwd, wordt nerveus en kortademig. Door een korte ademhaling kunnen weinig woorden in een adem uitgesproken worden. Het inademen gebeurt ook hoorbaar en op onlogische momenten.
Oorzaak
Niet duidelijk aanwijsbaar (aspecifiek).
Gevolg
Gevoelens van angst. Een slechte verstaanbaarheid die de communicatie bemoeilijkt. Heesheid. Verminderde conditie, waardoor mogelijk verminderd beroepsperspectief.
Logopedie
De logopedist geeft ontspannings- en ademoefeningen. Het leren omgaan met aanvallen van benauwdheid is een belangrijk onderdeel van de therapie.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie